
Veelgestelde Vragen over het Cosmetica Burgerinitiatief 2021
1. Zijn dierproeven in de cosmeticasector niet al verboden in de EU?
Al sinds 2009 is het in de EU verboden om cosmetica en hun ingrediënten te testen op dieren. In maart 2013 werd het ook verboden om nog cosmetica en ingrediënten die op dieren zijn getest te verkopen in de EU. Deze beslissingen – die opgenomen zijn in de Cosmeticaverordening – moesten voorkomen dat er dieren zouden blijven lijden bij de ontwikkeling of verkoop van cosmetica en hun ingrediënten. Een tweede doel was ervoor zorgen dat voortaan wetenschappelijke methoden zonder dierproeven zouden worden gebruikt om de veiligheid van de producten te verzekeren.
Toch blijft het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) in het kader van de REACH-verordening (Registration, Evaluation, Authorisation and Restriction of Chemicals) nog steeds dierproeven eisen voor chemische stoffen in cosmetica. Het ECHA wordt daarbij gesteund door de Europese Commissie en door zijn eigen kamer van beroep. Dit beleid – dat men nu zelfs toepast op chemische stoffen die uitsluitend in cosmetica worden gebruikt – holt niet alleen de bestaande verboden uit, maar druist ook in tegen de bedoeling van de wetgevers die ze hebben uitgevaardigd. Die willen namelijk dat er geen dieren meer lijden en sterven bij de ontwikkeling van cosmetica.
Het ECHA, de Europese Commissie en de kamer van beroep van het ECHA voeren in deze discussie aan dat dierproeven noodzakelijk zijn om de werknemers en ons leefmilieu te beschermen, omdat in de Cosmeticaverordening alleen de veiligheid van de consument aan bod komt. Dit standpunt maakt een kunstmatig onderscheid tussen consumenten en werknemers, heeft geen oog voor het feit dat veel van deze ingrediënten al gedurende lange tijd veilig worden gebruikt, schendt de wettelijke eis om waar mogelijk methoden zonder dierproeven te gebruiken en dwingt de regelgevende instanties voor de cosmeticasector om de resultaten van dierproeven te negeren omdat ze anders de verbodsbepalingen schenden.
2. Wat is een Europees burgerinitiatief (EBI) en hoe zal dit helpen om de situatie te verbeteren?
Een EBI is een mechanisme waarmee Europese burgers de Europese Commissie kunnen oproepen om nieuwe wetgeving over een bepaald thema voor te stellen. De Commissie kan een initiatief pas in overweging nemen als hiervoor de handtekeningen van minstens één miljoen EU-burgers zijn verzameld. In tegenstelling tot een petitie richt een EBI zich rechtstreeks tot de Commissie en kan het leiden tot veranderingen in de Europese wetgeving.
Dit EBI roept de Commissie dan ook op om het verbod op dierproeven voor cosmetica te beschermen en te versterken door ervoor te zorgen dat de veiligheid van cosmetica en hun ingrediënten voor consumenten, werknemers en het milieu alleen wordt beoordeeld met methoden zonder dierproeven. Het roept de Commissie ook op om bredere Europese verordeningen voor chemische stoffen aan te passen en ervoor te zorgen dat alle chemische stoffen worden beheerd zonder nieuwe eisen op het vlak van dierproeven toe te voegen. Daarnaast wil het EBI dat de Commissie de wetenschap in de EU moderniseert door zich te engageren voor een wetgevend voorstel dat een stappenplan opstelt om alle dierproeven in de EU geleidelijk aan stop te zetten.
Door de overgang naar voor de mens relevante onderzoeken zonder tests op dieren in de EU te bevorderen, kan dit EBI elk jaar miljoenen dieren lijden en dood besparen en gelijktijdig de bescherming van de gezondheid van de mens en het milieu verbeteren.
3. Waarom is dit het juiste moment voor een EBI?
De baanbrekende verboden van de EU op dierproeven bij de ontwikkeling van cosmetica – die een overwinning betekenden voor de dierenrechtenorganisaties na tientallen jaren van campagnes – liggen onder vuur. Het ECHA en de Europese Commissie willen dat zelfs chemische stoffen die uitsluitend in cosmetica worden gebruikt, onder de chemische wetgeving van de EU (REACH) op dieren kunnen worden getest. Dat standpunt ondermijnt het verbod volledig en druist rechtstreeks in tegen de bedoeling van de wetgeving en tegen de verwachtingen van het publiek, namelijk dat dieren niet langer hoeven te lijden en te sterven bij de ontwikkeling van cosmetica.
In augustus 2020 nam de kamer van beroep van het ECHA twee beslissingen. Daarbij legde ze de onderneming die het beroep had ingediend op om dierproeven uit te voeren voor ingrediënten die uitsluitend in cosmetica worden gebruikt. De Europese Commissie ondersteunde dat standpunt. Deze beslissingen van de kamer van beroep betekenen dat – tenzij het Europees Hof van Justitie daarover een andere uitspraak doet (er lopen momenteel zaken hieromtrent) – de verboden op dierproeven bij de ontwikkeling van cosmetica dode letter zullen blijven. Bovendien zal het voor alle producenten van cosmetica – zelfs de diervriendelijke merken – zo goed als onmogelijk worden om producten op de markt te brengen zonder ingrediënten die onder REACH zijn, kunnen of zullen worden getest. We moeten dan ook dringend actie ondernemen om te voorkomen dat de manier waarop de Commissie en het ECHA de verboden op dierproeven in de cosmeticasector interpreteren, algemeen wordt aanvaard en via dit EBI duidelijk maken hoeveel belang wij allemaal als Europeanen hechten aan cosmetica waarvoor geen dieren hoeven te lijden.
En alsof dat nog niet erg genoeg is, zou de onlangs gepubliceerde Chemicals Strategy for Sustainability (CSS) van de Europese Commissie – een nieuwe langetermijnvisie voor het chemische beleid van de EU – kunnen leiden tot een enorme toename van de eisen op het vlak van dierproeven. Dierproeven blijven inzetten, brengt een van de doelstellingen van de EU (een milieu zonder toxische stoffen) niet dichterbij. Ook kunnen deze veranderingen het verbod op dierproeven bij de ontwikkeling van cosmetica verder uithollen en ertoe leiden dat bestaande en nieuwe ingrediënten voor cosmetica aan nog meer dierproeven worden onderworpen.
We moeten nu actie ondernemen om de verboden op dierproeven in de cosmeticasector te beschermen en te versterken. Ook moeten we voorkomen dat nieuwe eisen voor dierproeven voor alle chemische stoffen worden ingevoerd en een beweging op gang brengen waarbij alle dierproeven in de EU geleidelijk aan worden afgebouwd. De Europese burgers mobiliseren om een EBI te ondertekenen, is hierbij van essentieel belang.
4. Wie is bij dit EBI betrokken?
Dit EBI wordt georganiseerd door een coalitie van Europese dierenrechtenorganisaties, waaronder Diervriendelijk Nederland met de steun van merken, ondernemingen en andere ngo’s die gekant zijn tegen het lijden van dieren. Namens al die partijen hebben volgens de officiële procedure 7 Europese burgers uit verschillende EU-lidstaten het EBI ingediend – waaronder is de voorzitter/mede-oprichter van Diervriendelijk Nederland. En uiteraard spelen jullie – de Europese burgers – hierin de hoofdrol.
5. Op welke manier beïnvloeden de recente beslissingen van de kamer van beroep van het ECHA ‘cruelty-free’ cosmetica?
De verboden op dierproeven in de cosmeticasector zijn intussen zodanig uitgehold dat het voor ondernemingen steeds moeilijker wordt om commerciële producten te maken zonder ingrediënten (ook bestaande ingrediënten waarvan al lang is bewezen dat ze veilig kunnen worden gebruikt in cosmetica) waarvoor onder REACH nieuwe dierproeven worden uitgevoerd of zouden kunnen worden uitgevoerd. In dit verband nodigen we jullie uit om niet alleen dit EBI te ondertekenen, maar ook om te blijven kiezen voor ‘cruelty-free’ merken.
Als Europese burgers zijn jullie onmisbaar voor het welslagen van dit EBI. Jullie helpen mee te verzekeren dat voor ingrediënten van cosmetica niet langer dierproeven moeten worden uitgevoerd krachtens REACH of gelijk welke andere wetgeving, dat nieuwe wetten voor de chemische industrie niet nog meer lijden voor dieren veroorzaken en dat de Europese Unie een concreet en gezamenlijk actieplan uitvoert dat alle dierproeven geleidelijk aan onmogelijk maakt.
6. Voor welke ingrediënten van cosmetica moeten nieuwe dierproeven worden uitgevoerd onder REACH?
De beslissing van de kamer van beroep van het ECHA in augustus 2020 betrof twee ingrediënten die meestal worden gebruikt in zonnebrandcrème. Maar het probleem gaat veel breder dan dat, aangezien het ECHA nu ook vraagt om dierproeven uit te voeren voor vaak gebruikte oppervlakte-actieve stoffen en bewaarmiddelen. Propylparabeen, natriumlaurylsarcosinaat en silica zijn enkele bekende ingrediënten die onderworpen zijn aan nieuwe dierproeven krachtens REACH. Bovendien zullen nog veel meer ingrediënten van cosmetica binnenkort hiermee te maken krijgen als we met dit EBI geen succes boeken. Deze tests veroorzaken leed bij duizenden konijnen, ratten en andere dieren, en kosten hen zelfs het leven.
Naast de ethische bezwaren in verband met het lijden van dieren is er ook grote bezorgdheid over de omzetbaarheid en de voorspellende waarde van dierproeven. Een ambitieuze strategie uitstippelen om het gebruik van dierproeven bij onderzoek en tests geleidelijk aan te verbieden, zal ondernemingen ook stimuleren meer inspanningen te leveren om methoden zonder dierproeven te ontwikkelen. Eerder al stelden we vast dat cosmeticabedrijven massaal investeerden in methoden zonder dierproeven nadat de EU zulke proeven had verboden. Heel wat nieuwe technologieën en methoden zonder dierproeven zijn sindsdien ontwikkeld en worden nu wereldwijd gebruikt om de veiligheid van consumenten te verzekeren en om de risico’s van andere chemische stoffen te beoordelen. Wij menen dat er stevige wetenschappelijke, ethische en economische argumenten bestaan om het gebruik van dieren in de EU geleidelijk aan te verbieden ten gunste van moderne, voor de mens relevante benaderingen.
7. Kun je zonder dierproeven veilige cosmetica ontwikkelen?
Veilige cosmetica ontwikkelen zonder dierproeven is geen nieuw idee, want tal van ondernemingen zijn al decennia lang ‘cruelty-free’. Cosmetica kunnen zelfs veiliger worden gemaakt zonder daarvoor dierproeven uit te voeren. Bij toxiciteitstests op dieren gaat men ervan uit dat het effect van een product of een ingrediënt op dieren informatie kan opleveren die helpt te voorspellen wat in mensen of in het milieu zal gebeuren. Maar de afgelopen jaren groeit de bezorgdheid dat dit niet het geval is.
Veel dierproeven die wettelijk verplicht zijn, werden zelfs niet formeel gevalideerd. Dat betekent dat hun wetenschappelijke basis, hun betrouwbaarheid en hun relevantie voor mensen niet op een bevredigende manier werden aangetoond. Zelfs gevalideerde tests kunnen onbetrouwbaar blijken en andere resultaten opleveren wanneer ze worden herhaald.
Wanneer je rekening houdt met de biologische verschillen tussen mensen en de dieren die meestal in de toxiciteitstests worden gebruikt, de buitensporige dosissen waaraan ze worden blootgesteld en de onnatuurlijke en stresserende omstandigheden die ze in het laboratorium moeten ondergaan, mag het niemand verwonderen dat voor de mensen echt relevante, humane alternatieven een betere bescherming kunnen bieden aan mensen. Het verbod op dierproeven voor cosmetica en op de verkoop van op die manier ontwikkelde producten leidde tot een explosieve groei van het aantal methoden zonder dierproeven waarmee de veiligheid van cosmetica en hun ingrediënten wordt beoordeeld. Efficiëntere benaderingen met de allernieuwste tools, zoals driedimensionale weefselmodellen en geavanceerde computersimulaties, zijn intussen heel gewoon geworden om de veiligheid van cosmetica te verzekeren – zonder dat daarvoor dieren moeten lijden.
Het is ook belangrijk om te weten dat veel van de ingrediënten van cosmetica die nu in het kader van REACH aan nieuwe eisen in verband met dierproeven worden onderworpen, lang geleden al volledig veilig werden verklaard voor gebruik door mensen. In het zeldzame geval dat de veiligheid van een cosmetisch product of een ingrediënt niet kan worden aangetoond met methoden zonder dierproeven, zou dat product of dat ingrediënt gewoon niet mogen worden gebruikt.
8. Wat is de Chemicals Strategy for Sustainability en welke gevolgen heeft ze voor dierproeven?
Met de nieuwe Europese strategie voor chemische stoffen proberen de EU en haar lidstaten om innovatie te stimuleren zodat veiliger producten worden ontwikkeld, om het gebruik van toxische chemische stoffen in te perken en om mensen zo weinig mogelijk bloot te stellen aan chemische producten die schadelijk zijn voor onze gezondheid. Maar de huidige benadering van de Commissie en het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) met betrekking tot nieuwe chemische wetten zou helaas kunnen betekenen dat nog miljoenen dieren wrede dierproeven moeten ondergaan. En hoewel we de doeleinden van de strategie steunen, zijn we ervan overtuigd dat nog meer dierproeven de gezondheid van de mens of het milieu niet beter zullen beschermen.
Ons Europees Burgerinitiatief (EBI) roept de Europese Commissie dan ook op om de verordening voor chemische stoffen zodanig te veranderen dat ze de gezondheid van de mens en het milieu beschermt door chemische stoffen te beheren zonder daarvoor nieuwe eisen op te leggen in verband met dierproeven.
Dat betekent dat de Europese Unie moderne benaderingen zou moeten toepassen om te zorgen voor een efficiënte, voor de mens relevante en rendabele benadering van de beoordeling en het beheer van de potentiële toxiciteit van chemische stoffen. Een betere bescherming is haalbaar door nieuwe wetenschappelijke inzichten doeltreffender toe te passen, en door een beter beeld te krijgen in het potentieel van chemische stoffen om schade aan te richten en op dat vlak regelgeving in te voeren. De strategie voor chemische stoffen zou een kans moeten zijn om voorschriften toekomstbestendig te maken, zodat men ze snel kan aanpassen aan technische vooruitgang en bestaande en nieuwe opkomende technologieën zonder dierproeven onmiddellijk kan invoeren. Er moet ook dringend worden geïnvesteerd in nieuwe benaderingen zonder dierproeven die ons beter in staat stellen om chemische stoffen beter te kenmerken en te reguleren.
9. Jullie ondersteunen een actieplan om experimenten met dieren geleidelijk aan onmogelijk te maken.
(A) Waarom een geleidelijke afbouw?
(B) Zijn experimenten met dieren dan niet nog altijd nodig, bijvoorbeeld om nieuwe vaccins en geneesmiddelen te ontwikkelen?
Elf jaar na de goedkeuring van Richtlijn 2010/63/EU betreffende experimenten met dieren, die de hoop deed ontstaan dat wetenschappelijk onderzoek in de Europese Unie uiteindelijk zou evolueren in de richting van methoden zonder dierproeven, tonen officiële statistieken aan dat die evolutie uiterst langzaam verloopt. Het aantal experimenten met dieren is intussen op een relatief stabiel niveau blijven hangen – van 11,4 miljoen in 2015 tot 11,2 miljoen in 2016, 10,9 miljoen in 2017 en 10,6 miljoen in 2018 (doordat nu ook voor de eerste keer de cijfers uit Noorwegen in de statistieken zijn opgenomen, stijgt dat aantal tot 12,3 miljoen).
De snelle opkomst van geavanceerde methoden zonder dierproeven, zoals ‘organs-on-a-chip’, op pathways gebaseerde benaderingen en computermodellen, bieden tegenwoordig het potentieel om die evolutie te versnellen en stemmen ons hoopvol dat dierproeven in onderzoek en tests uiteindelijk overbodig zullen worden. Het eigen Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van de EU heeft intussen essentiële rapporten opgesteld en de nodige acties ondernomen om het gebruik van modellen en methoden zonder dierproeven in een hele reeks onderzoeksgebieden te bevorderen. Maar intussen is ook gebleken dat er voor alle betrokkenen nog heel wat werk op de plank ligt. De EU heeft nog altijd geen alomvattend beleidsprogramma uitgewerkt om de afbouw en de vervanging van experimenten met dieren te coördineren en te sturen; een programma waarin de doelstellingen van de bestaande Europese wetgeving en financieringsinstrumenten zijn opgenomen. Wij zijn dan ook van oordeel dat er dringend een Actieplan moet komen om de verklaarde ambitie om dieren in wetenschappelijke procedures te vervangen, in realiteit om te zetten. Als dierenrechtenorganisatie geven we een stem aan dieren en willen we dat er zo snel mogelijk een einde komt aan hun lijden. We moeten hierbij verder bouwen op de door de EU verklaarde uiteindelijke doelstelling om experimenten met dieren te vervangen. We moeten ervoor zorgen dat we alle betrokken partijen kunnen samenbrengen om de EU te dwingen meer en sneller actie te ondernemen. Een strategisch en ambitieus actieplan invoeren met duidelijk omschreven mijlpalen zou in dat verband een enorme stap vooruit betekenen.
10. Aan welke criteria moet ik voldoen om het EBI te ondertekenen?
Om in aanmerking te komen, moet je een onderdaan van een EU-lidstaat zijn en moet je oud genoeg zijn om te stemmen voor de Europese Parlementsverkiezingen. De regels in verband met de leeftijd en identiteitsvereisten kunnen wel van land tot land verschillen. Bekijk daarom zeker de informatie voor elke lidstaat van de EU – zie de rubriek over het bieden van steun: https://europa.eu/citizens-initiative/faq_nl. Als je zelf niet wettelijk in aanmerking komt om het EBI te kunnen ondertekenen, kun je toch nog helpen door het initiatief te delen met je familie en vrienden en op sociale media.
11. Welk verschil zal mijn handtekening maken?
De Europese Commissie neemt een EBI pas in overweging als minstens één miljoen burgers in de EU hun geverifieerde handtekening hebben geplaatst. Jouw handtekening maakt dus wel degelijk een verschil om die kaap van één miljoen te halen. Het EBI biedt je een kans om een eind te maken aan het lijden van miljoenen dieren die momenteel worden gebruikt bij onderzoek en tests in de EU. Wij kunnen dit niet klaarspelen zonder jouw hulp.