
Katten en honden en katten weten het verschil niet tussen land en ijs – zeker wanneer er een sneeuwlaag op het ijs ligt lijkt het een oppervlak om over te lopen. Waar het ijs dun of minder sterk is gaat het vaak fout, dieren kunnen daar makkelijk door het ijs zakken en verdrinken. Met name aan het begin van de vorst en wanneer het begint te dooien vormt ijs een groot gevaar. Woon je in een waterrijke omgeving met sloten en vijvers, hou je kat dan in de periode van ijs en sneeuw binnen. Houd honden aan de lijn om te voorkomen dat ze het ijs op gaan. Laat je dier nooit op het ijs lopen als je er zelf ook niet opgaat, en ook dan is het zaak voorzichtig te zijn.
Maak de voetzolen van je viervoeter na een wandeling door de sneeuw goed schoon en droog – zeker wanneer er wegens gladheid is gestrooid, zodat zout en pekel niet in de voetzolen kan dringen.
Knaagdieren die buiten verblijven moeten in de periode vooraf aan de winter al kunnen wennen aan de opbouwende koude. Zorg in de winterperiode voor een flinke hoeveelheid verse stro hooi in het binnenhok om zich zo tegen de koude nachten te kunnen beschermen.
Egels horen in de winter niet meer overdag rond te lopen, gezonde egels zijn in winterslaap. Alleen egels die ziek zijn of (jonge) egels die te weinig vetreserves hebben kunnen aanleggen om de winter te overleven, kunnen nog wakker zijn. Zij redden het niet zonder hulp. Informeer voor gespecialiseerde opvangadressen voor egels in je regio bij je plaatselijke dierenambulance.
Vogels in de tuin zullen je dankbaar zijn voor wat drinkwater, maar zorg dat ze niet in het water kunnen badderen, waarna ze dan zouden kunnen bevriezen door het vocht dat achterblijft tussen de veren. In het drinkwater dat je voor de vogels klaar zet kun je om bevriezing tegen te gaan wat (druiven)suiker doen. Natuurlijk zijn vogels ook dol op de vetbollen, pinda’s, restjes (bruin) brood en (voorgekookte of gewelde) rijst en granen, en allerlei lekkers wat te koop is.