Steeds meer bedrijven en overheden zetten zich er toe ‘maatschappelijk verantwoord’ te ondernemen (MVO). Vanuit maatschappelijk oogpunt is het welzijn van dieren in ieders belang. Maar voor ondernemers blijkt het lastig om hier een business case van te maken of het woord ‘dier’ überhaupt te noemen in hun MVO plannen…
Transparantie over een milieu- en diervriendelijke bedrijfsvoering kan echter juist in het voordeel van de ondernemer werken: door consumenten te laten delen in het ideële verhaal achter de onderneming en hen te laten zien hoe de sector werkt, wordt de werkelijke waarde van bepaalde producten en productiemethoden inzichtelijk gemaakt. De consument kan hierdoor makkelijker de financiële vertaalslag maken naar een milieu- en diervriendelijke leefwijze en de producten die daarbij horen. Ook betekent de trend van ‘eerlijk voedsel’ bij de individuele consument dat steeds meer supermarkten biologisch en diervriendelijk(er) inkopen. Kortom, breng je verhaal naar buiten.
De overheid zegt dierenwelzijn te willen verbeteren, maar daar zien de dieren weinig van: dier- en milieuonvriendelijke praktijken worden nog altijd volop gesubsidieerd en wetsovertredingen door diergebruikers worden nauwelijks vervolgd.
Onderscheid je bedrijf en producten door geen dierlijke ingrediënten meer te gebruiken, maar in plaats daarvan je producten zo te produceren dat niet alleen de ‘gewone’ consument deze kan aanschaffen, maar ook dierenvrienden, joden, moslims, hindoestanen, sikhs, vegetariërs en veganisten deze kunnen gebruiken. Bovendien breng je zo je klanten niet in gevaar met mogelijke voedselvergiftigingen en zoönoses – ziekten die overspringen van dier naar mens.
Ook bedrijven die niet direct te maken hebben met dieren kunnen aan de slag met het thema dierenwelzijn. Als levensmiddelenproducent en/of retailer kunt je er voor kiezen om je te onderscheiden door diervriendelijke plantaardige ingrediënten te gebruiken. Men zegt vaak dat een onderneming afhankelijk is van het koopgedrag van de consument; maar het werkt juist andersom: in een simpele paracetamol wordt al gelatine gestopt, wat niet wordt gecommuniceerd aan de consument (tenzij die pro-actief de drogist of apotheker gaat stalken om informatie); maar omdat die gelatine van eender welk diersoort kan komen is dat pilletje is dus niet geschikt voor al die eerdergenoemde groepen: joden, moslims, hindoestanen, sikhs, vegetariërs en veganisten – bovendien duidt het er op dat je als onderneming geen respect hebt voor het geloof of de levensbeschouwing van al die consumenten.