Columnist Jean-Pierre Geelen schreef op 1 december in de Volkskrant ‘De bananenrepubliek Nederland is niet zo heel ver weg’ in de Volkskrant: “Het is dringen aan de balie. Daar dient zich ook te vervoegen verdachte prof. mr. dr. Ferdinand Bernhard Joseph G. (60), werkzaam als minister van Justitie te ’s Gravenhage.” Geelen doelt op de aangifte tegen de Minister van Justitie & Veiligheid door 12 organisaties en 122 personen. De aangifte werd uiteindelijk op 5 december gedaan naar aanleiding van G.’s uitspraken op 25 november 2019 als gastspreker tijdens de Algemene Ledenvergadering van de Producenten Organisatie Varkenshouderij. Geelen: “Een bevriend ‘vakblad’ deed op een liveblog verslag. Van de met instemming vermelde citaten steeg een kwalijke damp op.”
Tegen de pers beweert G., zelf afkomstig van een boerenfamilie met varkens, al snel dat zijn woorden ‘nogal verwrongen weergegeven’ zijn, maar de persoon achter het liveblog bevestigt desgevraagd tegenover de Volkskrant dat de uitspraken van de minister wel degelijk goed zijn weergegeven.
Mari de Bijl schreef op 9 december in een opinie stuk in het Eindhovens Dagblad ook over het geval Henk B. en het morele failliet van het CDA: “Ik hoop dat er bij het CDA nog mensen rondlopen die Bleker hebben aangesproken op zijn uitspraken maar heb er weinig vertrouwen in. De politiek als trekker van wantrouwen en haat.”
Sytze Faber benoemt Ferdinand G.’s gedrag en de gevolgen ervan in een column in het Friesch Dagblad: “Niet zo gek dat boeren plannen smeden om de voedselvoorziening voor Kerst te blokkeren. Het zal immers wel wat kunnen lijden bij een minister van Justitie, die zich niet gedraagt als dienaar van de Kroon, maar als een dolgedraaide populistische volkstribuun. Een scharrelaar als Dijkhoff en een demagoog als Grapperhaus ondermijnen de democratische rechtsstaat.” Het mag duidelijk zijn dat niet alleen voor dierenrechten- en klimaatactivisten de morele aftakeling binnen het CDA overduidelijk is; dat het christelijke en democratische uit de partijnaam in de praktijk vervangen zijn door populisme en demagogie.
De aangifte tegen de minister van justitie & veiligheid, door 12 organisaties en 122 personen, gaat echter specifiek over zijn uitlatingen op 25 november. De aangifte behelst drie klachten. Ten eerste roept de minister op tot het plegen van diefstal (de auto’s van activisten) en ten tweede tot het mishandelen van dierenactivisten (de hogedrukspuit). Grapperhaus misbruikt feitelijk zijn ministerieel gezag door de indruk te wekken dat de volgens hem te plegen diefstal en mishandeling onbestraft zullen blijven. Anders gezegd doet de minister impliciet de belofte dat varkenshouders die tot diefstal of mishandeling over gaan niet worden vervolgd. Ten derde zet Grapperhaus met zijn uitspraken aan tot haat tegen, discriminatie van of gewelddadig optreden tegen dierenrechtenactivisten en laat zich bovendien opzettelijk beledigend uit over hen.
Tijdens de Algemene Ledenvergadering van de Producenten Organisatie Varkenshouderij ging de minister in op een stalbezetting door dierenrechtenactivisten in Boxtel op 13 mei jl. Het ging toen nadrukkelijk om een geweldloos protest tegen de vleesindustrie. Het vreedzame karakter van het protest wordt onderstreept met de veroordeling van tientallen activisten voor ‘alleen’ lokaalvredebreuk met braak door de rechtbank in Den Bosch.
De minister schetst een beeld van mijn cliënten ofwel dierenrechtenactivisten dat volkomen bezijden de waarheid is en oproept tot eigenrichting en het plegen van misdrijven. De uitspraken van de minister brengen mijn cliënten, die zich inzetten voor dieren, in gevaar. Het is om deze reden dat mijn cliënten aangifte doen van de hierna te bespreken misdrijven en u verzoeken de minister te vervolgen.
Ten eerste roept de minister op tot het plegen van diefstal […] Ten tweede roept de minister op tot het mishandelen van dierenactivisten. In tweet 34 vertelt de minister varkenshouders dat het is toegestaan om activisten met een hogedrukspuit te verjagen […] Ten derde zet Grapperhaus met zijn uitspraken aan tot haat tegen, discriminatie van of gewelddadig optreden tegen dierenrechtenactivisten.
Mijn cliënten delen en koesteren één geheel aan fundamentele opvattingen over de manier dat mens en niet-menselijke dieren zich tot elkaar verhouden en hoe met alles dat leeft op de aarde door de mens dient te worden omgegaan. Zij delen anders gezegd een levensovertuiging in de zin van artikel 137c e.v. Wetboek van Strafrecht. In diverse tweets laat de minister zich uiterst beledigend, laatdunkend en dreigend uit over dierenrechtenactivisten. Met zijn uitlatingen zet de minister aan tot haat tegen, discriminatie van en gewelddadig optreden tegen vreedzame dierenrechtenactivisten.
Mijn cliënten menen dat de minister zich met bovenvermelde onderling samenhangende uitspraken aanzet tot haat tegen, discriminatie van, of gewelddadig optreden tegen dierenrechtenactivisten in de zin van artikel 137d lid 1 Wetboek van Strafrecht. De minister laat zich bovendien opzettelijk beledigend uit over hen, in de zin van artikel 137c Wetboek van Strafrecht. Ook om deze redenen vragen mijn cliënten u de minister te vervolgen.
— advocaat mr. M. van Duijn